kalei
hoe-doe-je-het
de voorbereiding
De ondergrond dient schoon en vrij te zijn van losse, slecht hechtende delen en vetten. De beste ondergronden zijn gevelstenen, snelbouwstenen, handvormsteen of ruwe betonstenen. Op betonnen panelen of betonbalken kan je enkel kaleiën als deze ruw genoeg staan.
Als je met een pure kalk-kalei werkt (zoals Peter Steen kalei), dien je oude verflagen te verwijderen. Je kan ze decaperen, afsteken, afborstelen of afspuiten met een hogedruk reiniger. Niet zuigende verf zoals acrylverf, latexverf, siliconeharsverf,… moet je volledig verwijderen!
Indien de verflagen zeer goed vasthangen, kan je overschakelen naar een kalei met extra bindmiddelen (vb de Keim Universeel kalei) om toch met kalei te kunnen verder werken. Op gladde ondergronden is een proefvlak om de hechting te controleren, steeds aangewezen.
OPGELET: bij kaleiën van oude boederijen en schuren kunnen er veel zouten aanwezig zijn in de bakstenen (door de urine uit vroegere stallingen). Deze kunnen esthetisch witte kristallen veroorzaken na het aanbrengen van kalei (of verf) maar ook technisch voor hechtingsproblemen zorgen.
Eventueel verwijder je mos en voeg je plaatselijk de voegen op. Bij oude muren die gemetst zijn met kalkmortel, gebruik je best ook een kalkmortel voor het voegwerk. Plak alles wat niet in de kalei moet af met waterbestendige tape of plastiekfolie. Kalk laat een witte sluier na als je morst en is daarna moeilijk te verwijderen van vensterbanken, dakgoten, regenpijpen, hout, glas of je terras…
Voor je begint moet je de ondergrond zéér goed bevochtigen (met een tuinslang). Indien de ondergrond niet voldoende werd bevochtigd kan dit tot gevolg hebben dat de kalei ‘verbrandt’ en uiteindelijk verpoedert. Dit uit zich in barstjes, afpoederen of loskomen van de kalei.
het kaleien zelf
Maak de kalei aan met zuiver leidingwater. Gebruik daarvoor best een grote kuip en stevige mixer.Doe eerst ongeveer 4/5de van het benodigde water in de kuip en voeg daar je kalei bij. Voeg indien gewenst pigment bij het aanmaakwater en roer goed door. Mechanisch mengen gedurende een vijftal minuten. Het resterende water toevoegen indien nodig.
Gebruik van handschoenen, stofmasker en beschermingsbril is aangewezen. Aanbrengen met een geschikte blokborstel in laagdiktes van 1 à 2 mm. De eerste laag mag eventueel wat pasteuzer aangemaakt worden om barstjes en/of ondiepe voegen te vullen.
De tweede laag wat dunner aanmaken om aanzetvrij te kunnen verwerken en een mooi egaal effect te bekomen. Om aanzetten te vermijden wordt best elke muur in één keer afgewerkt. Bij grote oppervlaktes met verschillende personen werken. Bijna direct na het aanbrengen van de laatste laag de kalei met zachte borstel afborstelen. Dit om losse zandkorreltjes te verwijderen en de té geaccentueerde borstelstrepen te verzachten.
Eens de kalei begint aan te drogen geen vers product meer aanbrengen en niet naborstelen met een natte borstel, dit kan aanleiding geven tot ongewenste kleurverschillen.
Indien de kalei sneller uitkleurt (droogt) dan verwacht, deze vochtig houden door meermaals zachtjes na te nevelen met zuiver water. Ook nog eventueel de volgende ochtend!